Beschrijving van 26 variëteiten en soorten meerjarige gypsophila, plant- en verzorgingsregels

Gypsophila behoort tot de anjerfamilie. Deze plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, maar ook uit Australië en Azië, maar er zijn variëteiten die groeien in gematigde klimaten. Gypsophila past goed bij andere bloemen, tuinstruiken en parkplanten omdat het veel wordt gebruikt voor de inrichting van een zomerhuisje. Om meerjarige gypsophila in een zomerhuisje te laten groeien, is het noodzakelijk om te zorgen voor een goede aanplant en verzorging in overeenstemming met de kenmerken van deze plant.

Beschrijving en kenmerken

Er zijn seizoensgebonden jaarlijkse en permanente meerjarige soorten. De structuur van de plant lijkt op een kruidachtige scheut. De wortel is groot en dringt diep de grond in. De lengte kan 70 centimeter bereiken. De stengels zijn rechtopstaand, dun, met veel zijscheuten. Onder de vele variëteiten zijn er soorten die dicht bij de grond groeien. Ze worden gekenmerkt als kruipende, bodembedekkende vormen.

De stengels zijn bedekt met groene schors. Ze hebben vrijwel geen bladeren die in basale rozetten groeien. De eerste bloei van het seizoen begint in juni. De kelken bestaan ​​uit vijf brede witte of zachtroze bloemblaadjes die een gekartelde vorm hebben. Elk van hen heeft een verticale groene streep. Er zijn 10 meeldraden in het midden van de bloem.

Nadat bestuiving heeft plaatsgevonden, worden zaaddozen gevormd. Ze kunnen bolvormig of eivormig zijn. Geleidelijk drogen ze uit en zwaaien ze open in 4 deuren. Hierna worden de zaden uit de doos op de grond gegoten. Hun kieming duurt drie jaar.

Gypsophila wordt veel gebruikt in landschapsontwerp. Het past goed bij gele of rode bloemen.

Soorten

Er zijn 150 soorten gypsophila.Het volgende beschrijft de meest bekende van hen.

Bevallig

Deze soort is een eenjarige plant. De struiken zijn bolvormig en hebben een hoogte van 50 centimeter. De bladeren hebben een grijsgroene kleur. Ze hebben een lancetvormige vorm. Kleine bloemen worden verzameld in losse pluimen van wit, rood, crème of roze.

Sluipen

Ze verspreidt zich over de grond. De hoogte van de struik is niet groter dan 30 centimeter. Een groot aantal zeer kleine bloemen die dicht groeien. De bladeren hebben een langwerpige vorm. De stengel is dichter in vergelijking met andere soorten. De plant komt veel voor in de bergen van Midden-Europa.

grote Oceaan

Gypsophila groeit in China en Primorye. Dit is een meerjarige soort. Het is relatief hoog: de struiken worden wel een meter hoog. De bladeren hebben een grijsblauwe kleur. Ze zijn breed, lancetvormig van vorm. De bloemen hebben een roze, vage, bleke kleurtint.

Ispulier

Deze gipskruid heeft sterk vertakte stengels en ligt praktisch op de grond. De hoogte is niet groter dan 10 centimeter. In juni en mei, tijdens de bloei, is de struik dicht bedekt met witte of paarse kleine bloemen. Het thuisland van deze soort ligt in de Himalaya.

Arecioïde

Het thuisland van deze soort is het bergachtige deel van Iran. Het verspreidt zich over de grond, gelegen op minder dan drie centimeter van de grond. Het groeit langzaam. Het blad heeft een blauwgroene kleur. Gypsophila-bloemen zijn zittend en wit. Hij bloeit in juli. Deze soort is zeldzaam.

Deze plant groeit het liefst op kalkrijke grond. Hij houdt van goede verlichting. Als lage temperaturen worden gecombineerd met een hoge luchtvochtigheid, kan dit de dood van de plant veroorzaken.

Teder

Het groeit in Altai en Siberië. De hoogte van de struik is 12 centimeter. Kleine bloemen kunnen wit of roze van kleur zijn. De bladeren worden verzameld in rozetten.Bloei vindt plaats in juli. Groeit goed in zonnige gebieden. Tijdens het groeiseizoen heeft het constant water nodig.

Patrena

Gedistribueerd in Centraal-Azië, Europa en Mongolië. Meestal te vinden op rivieroevers of in steppen op rotsachtige grond. De struik ziet er bijna naakt uit. Rechte, vertakte scheuten zijn houtachtig. De dikke wortel heeft een gebogen vorm. De bladeren zijn smal, lancetvormig, blauwgroen van kleur. De bloemen zijn zeldzaam, wit.

Muur

Het verschilt van andere soorten doordat het een enkele lange stengel met takken heeft. Met deze structuur kun je groeien door je aan de muur vast te klampen. De bladeren bevinden zich paarsgewijs op de takken en hebben een blauwgroene kleur. De bloemen van deze soort zijn wit of roze.

Bolvormig

De bloemen zijn klein, verzameld in bolvormige bloeiwijzen.

Terry

Bekend om zijn witte bloemen. De hoogte van de struik is 90 centimeter.

Populaire variëteiten

Met een grote verscheidenheid aan variëteiten kunt u het meest geschikte type gypsophila voor uw site kiezen.

Roos

De bloeiwijzen lijken qua uiterlijk op roze bloemen.

Karmijn

De variëteit dankt zijn naam aan de karmijnrode kleur van de bloemen.

Dubbele ster

Bloeit helderroze. De hoogte van de struik is 20 centimeter.

Fretensis

Deze soort staat bekend om zijn roze dubbele bloemen.

Monstera

Deze variëteit produceert sneeuwwitte bloemen.

Blozen

Het is een laagblijvende struik met felroze bloemen.

sneeuwstorm

Deze variëteit aan gypsophila groeit tot 90 centimeter. De takken vallen naar de grond. Kleine en sierlijke bloemen vormen een witroze, weelderige wolk.

Pluizige sneeuw

De struik is winterhard. Groeit tot een hoogte van 80 - 100 centimeter. De stengels zijn knoestig en sterk vertakt. Dit is vooral merkbaar in het bovenste deel van de struik. Bloemen kunnen dubbel of semi-dubbel zijn.Hun diameter is niet groter dan 6 millimeter.

Spinneweb

Het is een bolvormige struik van 1 meter hoog. Tijdens de bloei produceert hij een groot aantal dubbele witte bloemen. Bloeitijd: van juni tot augustus. Het kan 25 jaar op één plek groeien.

Roze waas

Deze variëteit heeft felroze bloeiwijzen die zo dicht groeien dat ze het blad bijna volledig bedekken.

Pacifica

Roze bloemen worden verzameld in grote bloeiwijzen. Pacifische gypsophila vereist een hoge luchtvochtigheid.

Rosenschleier

De stengel van deze variëteit is kruipend. Hoogte niet meer dan 40 centimeter. De bloemen zijn wit en roze. De bloei duurt twee maanden.

Aurora

Dit ras heeft een sterk vertakte stengel. De bladeren en bloemen van deze struiken zijn klein.

Paniek Roos

Kleine bloemen zien eruit als een donzige wolk. De struiken hebben verschillende hoogtes van 30 tot 120 centimeter. Groeit goed in intens zonlicht in losse grond.

Mirabella

Het is een schilderachtige struik met kleine witte bloemen.

Sneeuwvlok

Deze struik wordt maximaal 50 centimeter. Het heeft donkergroen blad. Dubbele bloemen van sneeuwwitte kleur.

Groeien uit zaden

Als je uit zaden kweekt, verschijnen de eerste scheuten na twee weken. Je kunt dit in het vroege voorjaar doen. Tegelijkertijd zal er voldoende tijd zijn voor de struik om wortel te schieten vóór het begin van de winter. Zaden kunnen in de winkel worden gekocht of zelf worden verzameld.

Eenjarigen

Eenjarigen moeten onmiddellijk vóór het begin van de winter worden gezaaid. Dit gebeurt meestal wanneer de temperatuur nul bereikt. Tijdens de winterperiode ontwikkelen de zaden zich niet, maar met het begin van de lentewarmte beginnen ze te groeien.

Vaste planten

Vaste planten worden anders gekweekt dan eenjarige planten.

Zaailingen zaaien

Om zaailingen te laten groeien, moeten zaden in dozen worden geplant. Je kunt hiervoor ook turfpotten of een bak gevuld met substraat gebruiken. Meestal gebeurt dit tot eind maart of half april.

Het wordt eerst aanbevolen om de grond water te geven met heet water of er een groeistimulator aan toe te voegen. De zaden worden op een diepte van niet meer dan een centimeter geplaatst. Direct daarna wordt aanbevolen om ze te bedekken met glas of transparante folie. Er moet voor geschikte verlichting worden gezorgd.

Ventilatie vindt eenmaal per dag plaats. Om dit te doen, wordt het glas of de film verwijderd, waardoor de spruiten lucht kunnen ademen.

Planten in de volle grond is alleen mogelijk nadat de bladeren verschijnen. Meestal gebeurt dit in mei. Vervolgens worden de spruiten elk in een aparte kom geplant.

Voorbereiding van de bodem

Het kiezen van de meest geschikte grond voor deze plant is belangrijk omdat het erg moeilijk is om te verplanten. In de meeste gevallen groeit gypsophila 25 jaar op dezelfde plek. Je moet een plek kiezen die ruimte geeft aan planten om te groeien. Het wordt niet aanbevolen om laaglanden te gebruiken voor het planten, omdat een te hoge luchtvochtigheid gevaarlijk is voor deze bloemen.

Het is belangrijk om voor goede verlichting te zorgen. Gypsophila heeft veel licht nodig.

Houd er rekening mee dat zure grond ongewenst is voor het planten van deze bloemen. Om te planten, moet je draineren. Hiervoor kunt u kleine steentjes gebruiken. Als de grond te zuur is, moet je er kalk aan toevoegen (met een snelheid van 30-40 gram per vierkante meter). Deze plek wordt geharkt. Het is handig om zand en humus toe te voegen.

Beplantingsschema

Bij het planten in dozen worden de zaden willekeurig verdeeld.

Verdunnen

Terwijl ze ontkiemen, worden de spruiten uitgedund. Nu moet je ervoor zorgen dat de afstand tussen hen niet groter is dan 15 centimeter.

Planten in open grond

Een locatie selecteren

Voor het planten moet je een droog en goed verlicht gebied kiezen. Het is raadzaam om humus en een beetje kalk aan de grond toe te voegen. Op de locatie mag het grondwater zich niet te dicht bij het oppervlak bevinden.

Hoe te planten

Zorg bij het planten in de volle grond voor een bepaalde afstand tussen de planten. Als de zaailingen in één rij zijn gerangschikt, moet de minimale afstand ertussen 50 centimeter zijn. Als u gipskruid in meerdere rijen wilt planten, moeten de planten in elke rij minimaal 70 centimeter uit elkaar staan. In dit geval mogen de rijen niet dichterbij dan een meter worden geplaatst.

Gedurende de eerste paar jaar kunt u de struik veilig naar een nieuwe locatie verplanten. Als dit in de toekomst wordt gedaan, kan de gypsophila sterven.

Metgezellen

Bij het planten van gypsophila moet je er rekening mee houden dat het goed samengaat met verschillende planten. Godetia kan als metgezellen voor haar worden gebruikt. Tulpen. Goudsbloemen en andere planten.

Zorg

Aan het einde van het groeiseizoen zal het nodig zijn om te snoeien, waarbij de stam van de struik en een paar hoofdtakken overblijven.

Water geven

In de zomer vereist gypsophila systematische watergift. In dit geval moet u water direct onder de wortel gieten.

Topdressing

Tijdens de lente-herfstperiode is bemesting meerdere keren vereist. Een mineralencomplex voor dit doel kan worden gekocht bij een bloemenwinkel. Bemesting gebeurt maximaal 4 keer per seizoen. U kunt minerale of organische meststoffen gebruiken. In het laatste geval wordt het gebruik van mest afgeraden.

Reproductie

Eenjarige planten kunnen zich alleen voortplanten door zaden.Vaste planten kunnen dezelfde methode gebruiken en zich ook voortplanten door stekken.

Vegetatieve methode

De entmethode kan worden gebruikt. Voor de onderstam kan een verscheidenheid aan gypsophila met eenvoudige bloemen worden gebruikt.

Het is ook mogelijk om vermeerdering te gebruiken met behulp van wortellagen. Ze moeten van de plant worden gescheiden en naar een nieuwe locatie worden getransplanteerd.

Zaden

Het zaaien van zaailingen gebeurt tot eind maart. Deze methode voor het vermeerderen van gypsophila is geschikt voor zowel eenjarige als meerjarige planten.

Stekken

Om een ​​stek te verkrijgen, moet je de tak in het vroege voorjaar afsnijden. Het bewortelingspercentage voor gipskruid bedraagt ​​20%. Het behandelen van de stekken met heteroauxine vergroot de kans dat deze wortel schiet. Het wordt aanbevolen om het na het planten af ​​te dekken met een pot en donkerder te maken.

Het is belangrijk dat water geven systematisch is, maar niet overmatig.

De tijd voor planten in de volle grond wordt zo gekozen dat de planten de tijd hebben om wortel te schieten vóór het begin van koud weer.

Ziekten en plagen

Bij slechte verzorging kan gypsophila worden aangevallen door schimmels of ongedierte. In dit geval is het noodzakelijk om maatregelen te nemen om het te behandelen.

Roest

In dit geval is het noodzakelijk om een ​​geschikt fungicide middel te gebruiken.

Grijze rot

Om grijsrot te bestrijden kan oxychoom, Bordeaux-mengsel of kopersulfaat helpen.

Nematoden

Om ze te vernietigen, is het noodzakelijk om ze meerdere keren met fosfamide te besproeien. Als dit niet helpt, moet je de plant opgraven en de wortels afspoelen in water met een temperatuur van 50-55 graden.

Na de bloei

Gypsophila verrukt kijkers met luxueuze bloemen. Er komt echter een tijd dat de bloei eindigt en het noodzakelijk is om voor de struiken van deze plant te zorgen.

Zaden verzamelen

Om te verzamelen, moet je wachten tot de zaaddozen verschijnen en ze verwijderen, en ze vervolgens op een schoon vel papier plaatsen, zodat ze goed kunnen drogen. Hierna worden de zaden uit de doos gegoten en in papieren zakken bewaard.

Voorbereiden op de winter

De meeste soorten en variëteiten van gypsophila hebben een hoge vorstbestendigheid. Desondanks zal het helpen van planten tijdens koud weer nuttig zijn. Om dit te doen, moeten ze worden afgedekt. In gebieden waar de winters mild zijn, hoeven geen extra maatregelen te worden genomen om de plant te overwinteren.

Overdracht

De plant verdraagt ​​transplantatie vrijwel zijn hele leven niet goed, met uitzondering van de eerste jaren. Alleen op dit moment kun je gypsophila naar een nieuwe plek verplaatsen. De plant moet in de late herfst worden gesnoeid, zodat hij in het voorjaar met hernieuwde kracht bloeit.

Gebruik in landschapsontwerp

Wanneer gypsophila naast siergras in de buurt van heldere bloemen wordt gekweekt, ziet het er prachtig uit. Deze bloemen worden meestal ook gebruikt om een ​​alpenheuvel te versieren of om de rand van een gazon te markeren. In dat laatste geval ontstaat er een gevoel van ruimte.

Recensies

Inna 39 jaar oud, Kaluga

In april plantte ik de zaden van de Aurora-variëteit in een doos. Ik heb het niet op het raam gezet. Twee weken later heb ik getransplanteerd. Het groeide en bloeide hetzelfde jaar.

Olga 47 jaar oud, Ivanov

Ik plantte gypsophila in dozen, eerst roze en daarna wit. Ik heb geen extra verlichting of verwarming toegevoegd. De ramen zijn gericht op het zuiden. De zaden ontkiemden slecht, maar na transplantatie in de grond bloeiden ze prachtig.