De natuurlijke zone van gemengde en loofbossen is qua oppervlakte inferieur aan naaldbossen. Bovendien wordt dit complex, gevormd in een warm en vochtig klimaat, gekenmerkt door een aanzienlijke diversiteit aan flora en fauna. De bodems van gemengde en loofbossen worden gekenmerkt door verschillende structuren. Ze verschillen in vruchtbaarheid, vegetatie en doel.
Kenmerken van bodems van loof- en gemengde bossen
Naald-loofbossen, die zich in de gematigde zone bevinden, onderscheiden zich door podzolische bodems.Ze hebben uitgesproken humushorizonten. Dit komt door de aanwezigheid van een groot aantal kruiden in deze deelzone. Tegelijkertijd mengen levende organismen die in de grond leven, strooisel met mineralen. Op deze manier ontstaan soddy-podzolische bodems, die een unieke structuur hebben.
In het gebied van gemengde bossen worden vaak turf-gley grondsoorten aangetroffen. Ze worden gekenmerkt door gley- en humusbodemhorizonten. Dergelijke landen bevinden zich in gebieden met natte weiden en worden gekenmerkt door wateroverlast. Meestal bevinden deze grondsoorten zich in het Europese deel van het land en worden ze gekenmerkt door een brede verspreidingszone.
In de gematigde zone zijn loofbossen te vinden. Deze zone kan grijze of bruine bosgronden bevatten, die bruine gronden worden genoemd. In het eerste geval vertegenwoordigt de bodem een overgang van chernozems van steppegebieden naar zode-podzolische bodems, die kenmerkend zijn voor gemengde bossen. Ze vormen zich in een relatief warm klimaat met minimale luchtvochtigheid. Dit gebied wordt gekenmerkt door een overvloedige vegetatie.
In dit gebied worden aanzienlijk meer plantenresten gevormd en neemt het aantal levende organismen dat in de bodem leeft toe. Dit is de reden waarom de humushorizon donkerder en dieper wordt. Dit gebied wordt gekenmerkt door aanhoudende sneeuwbedekking, wat tot enkele problemen leidt. In het voorjaar verandert het smelten van sneeuw in een echte test voor de bodem, omdat het leidt tot het wassen ervan.
Dergelijke bodems worden gekenmerkt door uniform vocht gedurende het hele jaar. Dit bevordert een langzamere en meer uniforme afbraak van organisch materiaal. Tegelijkertijd krijgt humus een donkerdere kleur en wordt ijzer sneller uitgewassen.
Waar bevinden ze zich?
Gemengde bossen zijn meer typerend voor de zone van Noord-Amerika en de Oost-Europese vlakte. Deze regio's onderscheiden zich door een relatief diverse bodemsamenstelling. Tegelijkertijd overheersen soddy-podzolische bodems op de Oost-Europese vlakte, die zich alleen op leemachtige rotsen kunnen vormen.
Breedbladige bossen zijn aangepast aan warmere klimaten. In Noord-Amerika worden ze verder naar het zuiden gevonden dan gemengde soorten. In Europa vormen dergelijke bossen intermitterende stroken, die zich bevinden van het westelijke deel van Europa tot aan de Oeral. Bovendien is het humusgehalte direct afhankelijk van de grondsoort in de regio.
Gewone types
Gemengde en loofbossen worden gedomineerd door soddy-podzolic, bosgrijze en bruine bodems. Hieronder staan de kenmerken van de belangrijkste grondsoorten.
Sod-podzolic
Soddy-podzolische bodems die zich in bossen vormen, worden gekenmerkt door een kleine dikte van het bosafval. Het is 2-5 centimeter. Tegelijkertijd is de dikte van de resterende horizonten groter. In de bovenste laag van de humushorizon bevinden zich veel graswortels, waardoor een dichte grasmat ontstaat. De zuurgraadparameters van het bovenste deel van de grond zijn 4. Tegelijkertijd nemen ze dieper in de grond af.
Gemengde bosgebieden worden vaak gebruikt in de landbouw. In de zuidelijke regio's van Rusland wordt meer dan 30% van het areaal geploegd. In het noorden is deze parameter echter veel kleiner. Hoge zuurgraadparameters en uitgesproken uitloging leiden tot moeilijkheden bij het werken.Dit geldt ook voor gedeeltelijke moerassigheid en rotsachtigheid. Om de zuurgraad te verminderen, wordt kalken uitgevoerd.
Daarnaast moeten er veel minerale meststoffen en organische stoffen aan de bodem worden toegevoegd. Dit helpt de vruchtbaarheid te verbeteren en de opbrengst te verhogen.
Bosgrijs
Deze grondsoorten zijn kenmerkend voor de regio's in het binnenland, in het bijzonder het centrum van Noord-Amerika en Eurazië. Dergelijke gebieden vormen eilanden. Deze landen zijn typisch voor regio's met een continentaal klimaat.
In Eurazië verslechteren de klimatologische omstandigheden van west tot oost. Bovendien kan de temperatuur in januari op verschillende punten schommelen van -6 tot -30 graden. De vorstvrije periode duurt 170-250 dagen. Tegelijkertijd zijn de zomertemperatuurparameters vergelijkbaar en bedragen ze +19-20 graden.
Dergelijke landen worden gevormd onder een grote hoeveelheid vegetatie. Het bestaat voor het grootste deel uit loofbossen. Deze gebieden worden gekenmerkt door een gevarieerde grasbedekking.
Afhankelijk van de locatie kunnen er espen, berken, linden en eiken voorkomen. In de oostelijke regio's zijn er ook lariksen. Het aantal zwerfvuil in dergelijke situaties is behoorlijk groot. In dit geval ontvangt de grond veel ascomponenten, waarvan calcium de belangrijkste is.
Een dergelijk klimaat kan als gunstig worden beschouwd omdat het de ontwikkeling van levende organismen in de bodem verbetert.Als gevolg hiervan worden plantenresten actiever omgezet dan in graszodengrond. Dit komt door een dikkere humushorizon. Tegelijkertijd zijn sommige plantenresten nog steeds niet vernietigd en hopen ze zich op in het bosafval.
Grijze bosgronden kennen 3 soorten, die elk hun eigen eigenschappen hebben. Ze zijn verkrijgbaar in lichtgrijs, grijs en donkergrijs. Kleurverschillen houden verband met de schaduw van de humushorizon. Hoe donkerder het is, hoe meer kracht toeneemt. Tegelijkertijd wordt de uitspoeling van dergelijke gronden verminderd.
Grijze bosbodems worden als vruchtbaarder beschouwd dan soddy-podzolische bodems. Ze verbouwen vaak granen, voedergewassen en tuinplanten.
Tegelijkertijd hebben grijze bosgronden ook nadelen. Dergelijke landen worden al vele jaren gebruikt, wat hun vruchtbaarheid negatief beïnvloedt. Bovendien zijn dergelijke bodems gevoelig voor erosie, wat tot vernietiging leidt.
Bruin
Dergelijke bodems worden gevormd in gebieden waarvan het belangrijkste kenmerk een mild en vochtig zeeklimaat is. Deze bodems beïnvloeden West-Europa, de Karpaten, Primorye en de Kaukasus. Ze worden ook aangetroffen in het Atlantische deel van Noord-Amerika.
In het gebied waar bruine bosgronden liggen valt veel neerslag – tot wel 650 millimeter per jaar. Het grootste deel ervan vindt echter plaats in de zomer. Dit betekent dat de grond binnen relatief korte tijd wordt gewassen, omdat het klimaat vrij mild is en een hoge luchtvochtigheid helpt de processen van transformatie van organisch materiaal te intensiveren.
Bodemmicro-organismen dragen bij aan de vermenging van het grootste deel van het strooisel. Hierdoor wordt een humushorizon gevormd. Het wordt als niet erg donker beschouwd en heeft een slechte differentiatie.Met de juiste bemesting kunt u met dergelijke gronden een goede oogst krijgen.
Vegetatie
In de zones van loof- en gemengde bossen zijn er verschillende bomen: esp, linde, berk. Ook groeien er op deze plaatsen veel struiken: viburnum, framboos, vlierbes. Er zijn hier ook veel kruiden te vinden. Mos komt voor op vochtige en schaduwrijke plekken. In dergelijke bossen groeien veel paddenstoelen. Er zijn ook bessengewassen - aardbeien, bosbessen en andere.
Ecologische problemen
De meeste problemen houden verband met menselijke activiteiten. Deze omvatten water-, bodem- en luchtvervuiling. Dit heeft een negatieve invloed op het klimaat, wat op zijn beurt de toestand van de flora en fauna beïnvloedt. Een uitgesproken temperatuurdaling leidt bijvoorbeeld tot de vernietiging van boomschors en extreme hitte leidt tot bosbranden.
Sollicitatie
Dergelijke gronden worden voor verschillende doeleinden gebruikt. De belangrijkste toepassingsgebieden zijn:
- planten kweken;
- weilanden;
- jachtgronden;
- hooien.
De bodems van gemengde en loofbossen worden gekenmerkt door een verbazingwekkende diversiteit. Dankzij dit kunnen ze worden gebruikt in de landbouw of om andere problemen op te lossen.
