Vuren en dennen zijn vrij veel voorkomende coniferen die in verschillende regio's groeien. Dennen worden beschouwd als niet veeleisend voor de omstandigheden en worden vaak aangetroffen in gemengde bossen en taigabossen. Vurenbomen zijn kieskeuriger over de samenstelling van de grond en hebben gedeeltelijke schaduw nodig. Waarin verschillen sparren nog meer van dennenbomen? Het verschil beïnvloedt het uiterlijk en de grootte van planten en de kenmerken van hun gebruik.
Beschrijving van bomen
Om culturen te vergelijken, is het de moeite waard om de beschrijvingen van elk van hen te bestuderen. Pine behoort tot de Pine-familie en de Coniferous-klasse.Deze plant wordt veel gebruikt in het koude en vochtige klimaat van het noordelijk halfrond en vormt bossen.
Deze boom leeft 300-350 jaar. Gedurende deze tijd wordt hij 75 meter hoog. Maar onder de dennen zijn er ook langlevers. In de VS is er bijvoorbeeld een dennenboom waarvan de leeftijd meer dan 6000 jaar bedraagt.
De plant stelt niet al te veel eisen aan de bodemkwaliteit. Het kan groeien in moerassige gebieden en droog zand. De cultuur wordt ook gevonden boven ravijnen en op granieten rotsen. De boom is gemakkelijk bestand tegen overtollig vocht en groeit in arme, zand- en rotsachtige grond, die een minimum aan humus bevat.
De plant is niet bang voor vorst en droogte. Het is bestand tegen wind en orkanen. De belangrijkste eis van een plant is de aanwezigheid van voldoende licht. Pijnbomen tolereren zelfs geen lichte verduistering.
Deze cultuur wordt gekenmerkt door krachtige wortels met één hoofdstam. Ze gaan diep de grond in. Veel zijwortels stralen uit het hoofdgedeelte. Deze wortelstructuur maakt het mogelijk om water uit grote diepte te halen en gebieden te ontwikkelen die niet geschikt zijn voor andere gewassen.
Pine heeft lange en smalle naalden, die in paren worden geplaatst. Op dezelfde manier brokkelen ze af. De meeste naalden vallen in de herfst. Het blijft 2-3 jaar op de takken. De boom wordt gekenmerkt door een kransvormige opstelling van takken. Het heeft ongeveer 5 skelettakken, die in de vorm van een waaier vanuit de stam uitstralen.
Dennenappels zijn verdeeld in mannelijk en vrouwelijk. Met de komst van de lente verschijnen mannelijke kegels met een lichtgele kleur op jonge takken. Ze zijn klein van formaat. Vrouwelijke kegels zijn groter van formaat en worden afzonderlijk aan de uiteinden van de poten geplaatst. Ze zijn moeilijk te onderscheiden tussen de naalden.
Vuren behoort tot de dennenfamilie en de naaldhoutklasse.Het is een groenblijvende boom die zich onderscheidt door een weelderige piramidale kroon. Vurenbomen komen in grote aantallen voor in Oost-Europa en China. Ze zijn ook verkrijgbaar in Noord-Amerika. Bovendien is spar een van de bosvormende soorten. De levensverwachting is gemiddeld 300 jaar. De hoogte van de boom bereikt 50 meter.
Sparrenhout heeft een kransvormige opstelling van takken. Elk jaar worden er nieuwe kransen gevormd. Naaldvormige naalden, die donkergroen van kleur zijn, zijn bevestigd aan de skelettakken. De lengte van de naalden is niet meer dan 3 centimeter. Sparrennaalden vallen eraf en veranderen geleidelijk.
Vuren wordt gekenmerkt door een penwortelsysteem. De hoofdwortel van de plant is echter tamelijk slecht ontwikkeld. Na tien jaar begint het af te sterven. Daarom wordt de functie van het vasthouden van de boom in de grond en het ontvangen van water en mineralen uitgevoerd door de zijwortels.
Vurenbomen hebben mannelijke en vrouwelijke kegels. Een karakteristiek kenmerk van vrouwelijke kegels is hun rijke rode tint. Ze zijn qua grootte vergelijkbaar met hazelnoten. Dergelijke kegels bevinden zich bovenop de kroon. Ze bevinden zich aan de uiteinden van de takken. Mannelijke kegels zijn kleiner van formaat en niet zo rijk van kleur. Hun onderscheidende kenmerk is geel stuifmeel.
Habitat
De verschillen tussen de onderzochte culturen hebben invloed op hun verspreidingsgebied. Grove den wordt voornamelijk aangetroffen in streken met een gematigd klimaat, die worden gekenmerkt door lage temperaturen en vochtigheid. Deze cultuur is te vinden in Noord-Rusland, de VS en Canada. Ook in China en Mongolië is de plant te zien.
Fijnspar deelt zijn verspreidingsgebieden gedeeltelijk met den. Het is echter een meer warmteminnend gewas. Naast Rusland, de VS en Canada is deze cultuur te vinden in Centraal-Azië en Oost-Europa.
Zorgvereisten
De beschouwde naaldplanten hebben nogal wat verschillen. Daarom moet je anders voor ze zorgen. Dit betreft vooral het bewateringsregime en de keuze van de plantplaats.
Den stelt weinig eisen aan de bodemsamenstelling en past zich gemakkelijk aan rots- en watergebieden aan. Het kan goed tegen droge omstandigheden en is bestand tegen vorst. Ondanks al zijn veerkracht en vitaliteit ontwikkelt de boom zich echter niet goed in gebieden met een gebrek aan zonlicht. Daarom moet u bij het kiezen van een plantplaats de voorkeur geven aan goed verlichte plaatsen waar geen schaduw is.
Sparren worden ook als zeer winterhard beschouwd. Bovendien stelt het weinig eisen aan de samenstelling van de bodem. Deze cultuur wordt gekenmerkt door een hoge vorstbestendigheid en voelt zelfs op schaduwrijke plaatsen goed aan. Goed water geven wordt beschouwd als de belangrijkste voorwaarde voor het welzijn van deze plant.
Wanneer u zelf sparren kweekt, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de grond op de locatie niet erg nat of te droog is. In dit geval zal de cultuur snel verwelken. Bovendien zullen de wortels vatbaar worden voor de ontwikkeling van ziekten en plagen.
Als aan de groeiomstandigheden wordt voldaan, zullen beide naaldgewassen geen last hebben van ziekten en zullen ze de site vele jaren sieren.
Belangrijkste verschillen
De verschillen tussen de onderzochte culturen beïnvloeden een aantal karakteristieke kenmerken. Ze hebben betrekking op externe verschillen en toepassingsgebieden.
Afmetingen boom
Bij het maken van vergelijkende kenmerken is het de moeite waard om de grootte van gewassen te vergelijken. Het moet gezegd worden dat ze in dit opzicht niet al te veel van elkaar verschillen. De gemiddelde hoogte van grove den is 25-40 meter. Sparren groeien tot ongeveer 30 meter. De grootte van de sparren verschilt echter meer. Onder de vertegenwoordigers van deze soort bevinden zich compacte bomen tot 15 meter hoog en echte reuzen tot 50 meter groot.
Kegelvorm
Een belangrijk kenmerk van planten is de structuur van hun kegels. Ze zijn verdeeld in mannelijk en vrouwelijk. Volgens visuele kenmerken verschillen de vruchten van sparren en dennen aanzienlijk van elkaar.
Mannelijke dennenappels worden gekenmerkt door hun compacte formaat, vergelijkbaar met een kersenpit, en gelige kleur. Vrouwelijke bloeiwijzen zijn over het algemeen moeilijk op te merken, omdat ze nog kleiner van formaat zijn en zich aan het einde van de dennenkrans bevinden.
De vrouwelijke kegels aten aanzienlijk meer dan de mannelijke kegels. Ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun rijke rode tint. Dergelijke kegels bevinden zich ook aan de uiteinden van de takken, maar ze bevinden zich aan de bovenkant van de kruin. Tegelijkertijd worden mannelijke dennenappels niet gekenmerkt door een rijke kleur en groot formaat.
Naaldvorm
Vuren- en dennennaalden hebben een aantal verschillen. Een belangrijk teken is de periode van naaldwissel. Veel mensen zijn er zeker van dat groenblijvende gewassen het hele jaar door bladmessen behouden. Als we sparren beschouwen, is dit waar, maar slechts gedeeltelijk. De naalden van dit gewas vallen geleidelijk af. Bovendien wordt het elke 7-12 jaar vervangen door nieuwe naalden.Tegen de tijd dat de herfst aanbreekt, werpen dennenbomen de meeste naalden af. De naalden veranderen dus binnen 1-2 jaar.
Een belangrijk verschil tussen sparren- en dennennaalden is hun lengte. Sparrennaalden hebben een tetraëdrische vorm. De grootte is 2-3 centimeter. Bovendien vormen ze een krans en worden ze één voor één op de takken bevestigd.
Dennennaalden hebben een gladdere textuur en lopen taps toe naar de uiteinden. Ze worden paarsgewijs op takken geplaatst en bereiken een lengte van 4-6 centimeter.
Er zijn enkele verschillen in de kleur van de naalden. Vurennaalden worden gekenmerkt door een heldere donkergroene kleur die tijdens de levenscyclus van de bladeren niet verandert. De kleur van dennennaalden wordt gedomineerd door lichtere tinten groen. Bovendien heeft het de eigenschap om aan het begin van de herfst geel te worden en koper van kleur te worden.
Levensduur
De bomen in kwestie verschillen niet alleen qua naalden en kegels. Er is enig verschil in levensverwachting. In sparren kan het 400 jaar worden. Er zijn echter andere soorten die minder leven. Pijnboom kan tot 300 jaar oud worden. Tegelijkertijd leven sommige variëteiten langer - het hangt allemaal af van de kenmerken van de bodem en het klimaat.
Sollicitatie
Beide soorten bomen worden gebruikt voor hout. Ze worden ook actief gebruikt voor medicinale doeleinden en in cosmetologie. Daarnaast worden de betreffende gewassen gebruikt als nieuwjaarsversiering. Ze hebben echter bepaalde verschillen:
- Dennenhout wordt als waardevoller beschouwd. De plant heeft een rechte stam, vrijwel zonder knopen of andere gebreken. Hout heeft een zachte structuur, waardoor het makkelijker te verwerken is. Dergelijke eigenschappen zijn niet typisch voor sparrenmateriaal. Bovendien neemt het gemakkelijk vocht op en zwelt het op.
- Dennen worden vaak gebruikt voor bescherming tegen de wind.Bomen worden gekenmerkt door snellere groei en minder veeleisende zorg.
- Beide soorten worden gebruikt om de tuin te versieren. In dit geval wordt meestal de voorkeur gegeven aan kleine dwergvariëteiten.
Ondanks het grote aantal overeenkomsten kennen de culturen in kwestie ook veel verschillen. Het verschil beïnvloedt het uiterlijk van de bomen, de kenmerken van hun naalden en het uiterlijk van de kegels. Ook het toepassingsgebied verschilt.
